Om aikido te beoefenen is in eerste instantie niet veel nodig. De beginnende Aikidoka is al klaar voor zijn eerste lessen met een paar badslippers (om naar de mat te lopen – op de mat trainen we met blote voeten) en lekker los zittende kleding (bv een joggingbroek en een T-shirt). Heeft men dan na enkele introductielessen de beslissing genomen om door te gaan met Aikido is de stap naar een aikidopak ( een soort judopak, maar dan niet zo stijf) wel een goede zet.
Met de aanschaf van dit pak is men voor de eerste tijd wel klaar. Wel kan na verloop van tijd worden overwogen om een eigen set oefenwapens aan te schaffen.
Na verloop van tijd (meestal twee á drie jaar) heeft de Aikidoka het niveau bereikt waarop hij het recht verleend krijgt om een Hakama te gaan dragen. Deze Hakama is een broekrok die over het aikidopak wordt gedragen. In de broekrok zitten zeven plooien. Die zeven plooien zijn niet zomaar zeven plooien, neen, elke plooi staat symbool voor een deugd die de Samurai zich eigen moest maken.
Deze zijn aan de voorzijde:
Jin (menslievendheid), Gi (eer en gerechtigheid), Rei (beleefdheid en etiquette), Chi (wijsheid en intelligentie), Shin (oprechtheid)
En aan de achterkant:
Chu (loyaliteit), Koh (vroomheid).
Zie de afbeelding hieronder voor het correct vouwen van de Hakama
Pas na jaren van regelmatige training is er weer een verandering van toepassing. Namelijk op het moment dat de Aikidoka een Dan graad krijgt verleent. Dan gaat de Aikidoka een zwarte band dragen, tot die tijd is zijn band gewoon wit.
24 januari 2013