Zoals bij elke sport zijn ook bij aikido afspraken gemaakt met betrekking tot omgaan met elkaar en gedrag in de Dojo. Hieronder zijn enkele algemene richtlijnen.
1. Iedere Aikidoka moet zijn weg zelf gaan. Verwacht niet dat andere je dragen. Train daarom regelmatig.
2. De Aikidoka let op zijn gezondheid, verzorgt zijn lichaam en draagt een schone Keiko-gi en Hakama. (nagels kort, géén sieraden)
3. Voor de les legt de Aikidoka zijn Jo, Boken en Tanto aan de rand van de Tatami. Hij/zij plaatst zijn zori met de hakzijde tegen de Tatami en gaat in seiza zitten; op één rij, recht en stil.
4. Behandel je wapens als onderdeel van jezelf. Raak dan ook nooit andermans Jo, Boken of Tanto aan zonder toestemming van de eigenaar. Groet voor het gebruik eerst naar de Kamiza.
5. Aikido is geen tijdverdrijf, oefen daarom met aandacht.
6. De Aikidoka beschouwt zijn partner als zichzelf: met respect en als gelijke. De Aikidoka beschouwt zijn partner als zijn vijand: met volledige aandacht en zonder reserves. Deze twee houdingen probeert de Aikidoka in de Dojo tot een geheel te maken.
7. Voor en na afloop van de les groeten leraar en leerlingen, eerst naar de Kamiza en dan naar elkaar.
8. Wordt de Aikidoka als Uke gevraagd dan groet hij of zij voor en na het oefenen met Nage.
9. Een kleine daad is veel meer dan een lang gesprek. Oefen daarom in stilte.
10. De Aikidoka mag alleen zichzelf aansprakelijk stellen voor ongeluk.
Daarnaast worden tijdens de training vaak enkele dingen uitgelegd die traditioneel binnen Aikido gangbaar zijn. Men kan hierbij denken aan: groeten bij aanvang en einde van de training, omgang met de partner, gedrag met de wapens.
16 december 2012